Dag:
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Zwitserland 2011 - Alpen
Dag 0: 06-08-11
Hein, mijn broer, en ik reizen vandaag af naar Zwitserland, waar we twee weken gaan genieten van natuur en infrastructuur :). Het plan werd gesmeed door mijn wens om te fietsen in Zwitserland samen te voegen met Hein's hobby: treinen. Ook daarvoor is Zwitserland het land bij uitstek, dus vandaar de combinatie. In de maanden voorafgaand aan de vakantie hebben we bovendien geregeld samen wat wandelervaring opgedaan om ook per voet van Zwitserland te kunnen genieten.
Hein is de vorige avond al gekomen, zodat we op tijd kunnen vertrekken. De wekker staat dan ook vroeg, want we willen om 6u vertrekken, en zowaar, klokslag 6u rijden we weg uit Eindhoven. We zijn duidelijk de vakantiedrukte voor, want de reis verloopt spoedig en zonder noemenswaardig oponthoud bereiken we de Zwitserse grens bij Basel. Na een blik gewisseld te hebben met een douanebeambte volgt een knikje en kunnen we doorrijden. Op de eerstvolgende parkeerplaats stoppen we, net na de middag, voor een 'kofferbak-picknick'. Het nog volgende stuk is ongeveer nog 2.5u reizen en we zijn mooi op tijd. Daarom nemen we nog even een kijkje (in Montreux) bij het meer van Geneve alwaar we meteen tanken. Een beetje benauwd, maar er staat een briesje vanaf het meer. De tank nog even volgegooid en op naar Sion, hoofdstad van het kanton Wallis. Net ten Noorden daarvan ligt een klein dorpje: Chandolin-près-Savièse. Door een erg smal steegje (wat daadwerkelijk de doorgaande weg is), bereiken we het hotel.
Hier mogen we meteen ons Frans ophalen, want iets anders spreekt de dame die ons ontvangt niet. Na het inchecken krijgen we de kamer te zien, waar tot onze verrassing een tweepersoonsbed staat. We geven aan dat we liever twee eenpersoonsbedden hebben (en dat ook gereserveerd hadden), maar er blijkt (op dit moment) geen andere kamer beschikbaar te zijn. Terwijl de hotelkat ons gezelschap houdt, genieten we nog even van het lekkere weer en prachtige uitzicht op het Rhône-dal vanaf het terras alvorens we op zoek gaan naar een eetgelegenheid. Na de lange reis hebben we geen zin in een uitgebreid diner, dus gaan we voor een pizza vanavond.
Dag 1: 07-08-11
Na een nacht van strijd om de dekens, ontmoeten we vanochtend de eigenaar van het hotel bij het ontbijt en leggen hem het probleem voor. Gelukkig heeft hij vanaf vandaag een andere kamer vrij en kan ons twee eenpersoonsbedden aanbieden. Dolgraag zou ik vandaag meteen de omgeving per fiets verkennen, maar een fikse verkoudheid gooit roet in het eten. Zeer waarschijnlijk afgelopen vrijdag opgedaan van een collega, is het nu snotteren geblazen, de holtes zitten vol en ik krijg weinig lucht. Kortom, fietsen in de bergen zit er zo niet in. Daarom gaan we met de auto naar de stuwdam aan de andere kant van het dal, waar we van het hotel op uit kijken. Aan een riviertje staan enkele picknicktafels, een geweldige plek voor een boterhammetje. Daarna gaan we per auto nog wat verder totdat de stuwdam zichtbaar wordt. We zetten de auto aan de kant van de weg en lopen de laatste kilometers tot bovenop de stuwdam.
Het lopen kost me duidelijk meer moeite dan normaal omdat ik niet voldoende zuurstof krijg. Na wat rondgekeken te hebben, neem ik plaats op een bankje bij een kerkje/kapelletje naast de dam terwijl Hein nog wat verder omhoog klautert. Als hij weer terug komt, begint het wat te regenen. We wachten de bui even af en gaan terug naar de auto. Lager in het dal is het droog en we nemen nog even een kijkje bij het station. Terug bij het hotel kunnen we nog lekker op het terras zitten en ook na het avondeten genieten van het uitzicht op de vallei terwijl het langzaam donker wordt en er meer en meer lichtjes aan gaan in het dal en tegen de hellingen.
Dag 2: 08-08-11
Ook vandaag zit fietsen er nog niet in. De luchtdrukverschillen die ontstaan door stijgen en vooral dalen doen pijn aan de oren omdat m'n holtes nog altijd vol zitten en het snotteren gaat onverminderd door. We besluiten daarom ook vandaag erop uit te trekken per auto. Het weer is niet denderend, dus we gaan richting Martigny om enkele watervallen te bekijken. Eenmaal uit de auto om het laatste stuk te voet te doen, slaat het weer om: een harde wind steekt op en er komen zeer dreigende wolken over de bergtoppen terwijl het begint te regenen. We besluiten niet verder omhoog te gaan en terug te keren naar de auto. In Zuidelijke richting lijkt het weer veel beter te zijn, dus we besluiten een mooie tocht te maken over de Col du Grand-Saint-Bernard.
Aan de andere kant van de pas ligt het Aosta-dal in Italië. Het is daar inderdaad prachtig weer en de wilde natuur is prachtig. De grenspost bovenop blijkt onbemand en we kunnen zo doorrijden. Na verderop in het dal een kop koffie en thee gedronken te hebben, gaan we terug en het lijkt Hein leuk om door de tunnel terug te gaan, er niet bij stilstaand dat ons daarvoor een rib afgenomen wordt. Als we in de rij staan voor de douane besef ik dat m'n paspoort nog in het hotel ligt. Helemaal vergeten om bij me te steken. Terwijl de Italiaan voor ons uit de rij gepikt wordt en z'n achterklep mag openen voor de Italiaanse douane, hoop ik van harte dat we gewoon door mogen. Gelukkig krijgen we een goedkeurend knikje van de douanebeambte en mogen we door naar de Zwitserse douane, 30m verderop. Ook daar komen we gelukkig zonder problemen doorheen en dan volgt de kassa. Als de financiële schade voldaan is, kunnen we verder en volgen enkele kilometers duisternis voordat we weer daglicht zien.
Terug in Sion gaan we op zoek naar een restaurant. We hadden een leuke eettentje gezien waar gisteren nog een aantrekkelijk menu tegen redelijke prijs aangeboden werd. Vandaag ziet het er echter nogal dicht uit en hangt er een papier achter de ruit: "Vacances"... tja... nog maar even doorzoeken dus.
De dag begint met niet al te geweldig weer, maar de vooruitzichten voor vanmiddag zijn goed. We vermaken ons 's ochtends op het terras van het lokale vliegveld, waar we een oude straaljager, helikopter en twee maal twee propellervliegtuigen, die gebruikt worden voor rondvluchten over de gletsjers, zien opstijgen (de laatsten stegen in paren op).
De luchtwegen zijn weer redelijk op orde en na de middag is het weer niet onaardig, dus wordt het tijd om de fiets voor z'n daadwerkelijke functie te gebruiken (de afgelopen dagen was het niet meer dan een 'sieraad' in onze hotelkamer. De tocht begint met een lekkere afdaling over brede wegen naar Sion. Na even zoeken, want de bewegwijzering is hier niet optimaal, kom ik de stad uit in de juiste richting en vervolg mijn weg langs de rivier naar Sierre. Van daaruit is het klimmen geblazen via Montana naar
Crans-Montana. Het klimmen gaat niet verkeerd, maar toch niet zo lekker als in Italië, een paar maanden geleden. Blijkbaar heeft de conditie toch een knauw gekregen door de verkoudheid van de afgelopen dagen. Dan maar een tandje minder en toch lekker rijden en van de omgeving genieten. Bovenop is het even zoeken welke weg ik moet hebben om 'bovenlangs' weer in de richting van Chandolin te gaan, en is er een klein buitje. Na even schuilen wordt het al gauw weer droog en zet ik de afdaling in. Onderweg heb ik nog de keuze om een tweede klim te doen naar een stuwmeer, maar besluit dat niet te doen vanwege de huidige conditie en de dreigende wolken die ik daar zie. Een relatief makkelijke terugtocht naar Chandolin met een beetje op en af vervolmaakt de tocht.
Hein is 's middags de Col du Sanetsch gaan verkennen, waaronder de, overigens keurig verlichte, tunnel en heeft weer heel wat afgeklauterd en onverwachte plaatsen bereikt.
Nadat we 's avonds wat gegeten hebben in de stad, maken we nog een ommetje langs de twee kastelen die de oorsprong van deze stad vormen: Château Valère en Château Tourbillon. Dat vereist nog heel wat klimwerk over smalle paadjes die tegen de steile helling zijn gemaakt. Bovenop, hebben we een prachtig zicht over de stad terwijl de zon alweer stilletjes achter de bergen verdwijnt.
Na de relatief makkelijke klim van gisteren, staat vandaag een lastiger klim op het programma. Het afdalen naar Sion is ondertussen bekend, maar wederom wat problemen bij het uitrijden van Sion. Ik rij iets te ver het dal in en mis zodoende de afslag die ik wou nemen naar
Arolla, maar zie dat ik via de volgende afslag ook op hetzelfde punt kan uitkomen, dus laten we dat maar doen (i.p.v. terugrijden). De meegenomen grafiek van de klim kan ik in de zak laten, want ik merk al gauw dat het er hier heel anders aan toe gaat. In plaats van de milde 7% gedurende de eerste kilometers, kom ik nu geregeld lange stukken van 10% tegen. Het plaatsje St. Martin bevindt zich op een lokale piek, waarna een flink stuk afgedaald moet worden naar Viletta vanwaar de geplande klim naar
Arolla verder gaat. Het is lekker rustig op deze weg die telkens smaller en kronkeliger wordt en regelmatig flink steil, gelukkig ook geregeld afgewisseld met minder steile stukken. In de laatste kilometers wordt duidelijk waarom deze klim zo mooi is want aan twee zijden doemen besneeuwde toppen op. Arolla is een klein plaatsje dat weinig voorstelt en ik volg nog even een weggetje genaamd "Les Marmottes" naar boven, waar enkele toeristen hun auto op een kleine parkeerplaats hebben achtergelaten voor een tocht per voet. Ik geniet even van het uitzicht, maar zie en hoor geen teken van de beesten waarnaar de weg vernoemd is.
Terug in Arolla vind ik een plaatsje op het terras en geniet van een pannenkoek, beker melk en een lekkere kop thee na. De afdaling volgt waarin ik langs de 'Pyramides' kom. Deze scherp opstaande pieken zijn natuurlijk gevormd doordat een harder stuk steen bovenop een zachte steenlaag ligt en de zachte steen eromheen in de loop der tijd weg geërodeerd is. De afdaling vervolgt via Vex naar Sion, waar een lang stuk aan 7% naar beneden gaat over brede wegen. Met de lange einden tussen de haarspeldbochten is het genieten geblazen. De korte klim naar Chandolin levert weinig problemen op, al is het wel warm als het voor de wind in de zon omhoog gaat.
Hein heeft zich vandaag vermaakt in het
Swiss Vapeur Parc in Bouveret, waar een grote verzameling miniatuur stoomtreinen rondrijdt. Het weer was vandaag uit de kunst: blauwe lucht en her en der alleen een klein beetje hoge bewolking. In het dal heeft Hein het dan ook aardig warm gehad, op wat grotere hoogte was het voor mij ook goed toeven. De tuin van het hotel, met een grote variatie aan fruitbomen, biedt een prima plek om na terugkomst het verslag bij te werken.
Dag 5: 11-08-11 : Zermatt, Gornergrat
Vandaag lijkt de perfecte dag te worden om Zermatt te bezoeken en de Gornergrat te beklimmen. Dit keer niet met de fiets, maar te voet en met de trein. We hebben de weersberichten in de gaten gehouden en zowaar, het lijkt vandaag helemaal uit te komen, geen wolkje aan de lucht. We vertrekken op tijd om (bovenop) de grootste kans op goed weer en daarmee een goed uitzicht te hebben. Na nog even een brood gekocht te hebben, gaat de reis naar Täsch, het laatste dorp richting Zermatt waar je met de auto kunt komen. Vanaf daar is het autoluw en worden alleen elektrische wagens toegelaten. Wij nemen de trein naar Zermatt en vervolgen onze rit met de tandradtrein naar de Gornergrat. Deze verlaten we bij het station Riffelberg (op 2582m hoogte), waar we kort voor 12u aankomen. Met een prachtig zicht op de Matterhorn picknicken we hier alvorens we de laatste 500 hoogtemeters per voet zullen overwinnen. Op deze hoogte is wel te merken dat de lucht een stuk ijler is, dus geregeld lassen we bij het lopen een korte pauze in. Vooral Hein heeft het zwaar i.v.m. z'n ademhaling. Het wandelpad was dan ook aardig steil en slechts af en toe wat vlakker. Het uitzicht maakt echter alles goed, wat een prachtige ruigheid. De Matterhorn was prima te zien omdat het mooi helder weer was en er geen wolk te bekennen was. Later op de middag ontstond er rond de top van de Matterhorn een eerste wolk, maar goed dat we op tijd vertrokken waren dus.
Als we de top bereiken, op 3100m hoogte, heeft Hein het wel aardig gehad. We nemen plaats op het terras en ik regel warme chocolademelk met slagroom. Het smaakt ons goed, na zo'n tocht. We genieten van het uitzicht op het uitzichtpunt en ik besluit terug te lopen. Hein ziet dat niet meer zitten en koopt een kaartje bij om per trein terug naar Riffelberg te gaan. Als ik daar aankom, heeft Hein al een mooi plaatsje op het terras geregeld. Met uitzicht op de Matterhorn drinken we een welverdiend glas fris terwijl menig parasailer z'n kunsten vertoont.
De verdere weg terug naar Zermatt kost wat minder moeite, met de trein en we nemen een kijkje in het uiterst toeristische (lees commerciële) Zermatt. Het is hier flink warm, dus een lekker ijsje gaat er wel in. In de straten is het uitkijken dat je niet vanuit het niets ineens overreden wordt door zo'n geruisloos elektrisch wagentje, waarvan er hier flink wat rondcrossen. Als we ook de trein terug naar Täsch hebben genomen, gaan we terug het dal in naar Visp om een hapje te eten. Na een valse start waarbij we ons na een aantal mislukte bestelpogingen afvragen wat ze nog wél op voorraad hebben, wordt toch een lekkere maaltijd geserveerd. Het smaakt ons goed en terwijl de zon weer achter de bergen verdwijnt, rijden we terug naar Chandolin. Een beetje verbrand, moe maar voldaan, nemen we nog een kop thee in de tuin van het hotel, om daarna als een blok in slaap te vallen.
Op de laatste dag in Chandolin moet ik toch maar eens verkennen hoe de col waar we op zitten er op de top uit ziet. Het heet de zwaarste klim van Zwitserland te zijn, maar het profiel zit er niet zo schrikbarend uit. Kortom, vol goede moed ga ik op pad, maar al gauw blijkt dat de gemiddelde hellingen per km daadwerkelijk gemiddelden zijn, want deze klim wordt gekenmerkt door z'n onregelmaat. Kort nadat ik van het hotel weggereden ben, tref ik al de eerste stroken van 15% aan en daar zullen er nog een paar van volgen. Hein is me achterna en voorbij gereden om wat foto's te maken. En iets verderop zie ik hem staan, gelukkig net op een stukje iets minder steil. De tocht vervolgt over een continue slingerende weg, lekker rustig qua verkeer en met prachtige uitzichten richting het dal. Na wat stukken bos, wordt het landschap naar de top toe telkens kaler en verschijnt een gletsjer in beeld. Bovenop de
Col du Sanetsch even een foto gemaakt en dan door de andere kant naar beneden om even een kijkje te nemen bij het stuwmeer, zo'n 4km verderop. Daar een lekker kopje thee weten te bemachtigen en nadat dat me goed gesmaakt heeft mag ik terug omhoog alvorens ik de heerlijke afdaling naar het hotel kan inzetten. De slingerende weg, gekenmerkt door lange stukken die langs de bergwand kronkelen met slechts af en toe een haarspeldbocht die de snelheid omlaag doet gaan. Vooral het continue 'omgooien' van de fiets om de bochten te nemen en de gaten in het asfalt te ontwijken zorgt voor een geweldige afdaal-beleving.
Terug bij het hotel zit Hein al klaar op het terras met de lunch op tafel. Ik schuif aan en het verse brood dat hij ook vandaag weer geregeld heeft smaakt prima. Het klimmen ging prima, dus ik knoop er een tweede klim aan vast, en wel aan de andere kant van het dal: de klim naar
Barrage de la Grande Dixence. Het begin is gelijk aan de (origineel geplande) klim naar Arolla, maar dan splitst de weg af naar een andere top. Een relatief rustige weg kronkelt omhoog, maar telkens meer toeristen (ze zullen ondertussen de lunch binnen hebben) rijden me per auto voorbij. Bovenop blijkt bij de enorm hoge stuwdam een grote parkeerplaats te zijn met mogelijkheid om per kabelbaan naar de top van de dam te gaan. Helaas is er geen (voor racefietsen begaanbare) weg naar de top, dus een blik op het stuwmeer zit er niet in. Het Ritz hotel staat bekend om z'n luxe, maar dat is niet bepaald van toepassing op de lokale naamgenoot. Het duurt lang voordat ik geholpen wordt, en m'n bestelling kan doen: "potage du jour", een lekker groentesoepje, daar heb ik zin in. Lange tijd later wordt een armzalige kop 'kots' gebracht, zo ziet het er daadwerkelijk uit... gelukkig smaakt het beter dan het eruit ziet, maar ik heb geen idee welke groente ze hiervoor geslacht hebben.
Als ik weer opstap om terug naar het hotel te gaan, vallen er wat druppen. Verderop in de afdaling blijkt het flink geregend te hebben, want de weg is kletsnat. Jammer, want alles wordt natuurlijk flink smerig en bij terugkomst in het hotel zal de fiets toch nog even schoon gemaakt moeten worden. De hoteleigenaar voorziet me zelfs van een emmer warm water, dus met spons en poetslap is de fiets ook zo weer schoon en zo durf ik hem wel in de auto te laden voor de rit van morgen. Hein heeft zich vandaag weer vermaakt door menig trein te spotten.
Dag 7: 13-08-11
De eerste week zit er alweer op en vandaag vertrekken we naar Andermatt voor onze tweede week in Zwitserland. Geen rechtstreekse rit, we gaan via een omweg, met de autotrein door de Lötschbergtunnel, waar aan de andere kant het zogeheten
Eisenbahnerlebnispfad ligt; een wandelpad langs het spoor dat daar over verschillende keerlussen loopt om voldoende hoogte te kunnen winnen. We parkeren de auto bij station Blausee-Mitholz en volgen het pad naar Kandergrund.
Het is meer klauteren dan wandelen, want men is aardig creatief geweest in het aanleggen van dit pad. Onderweg staan geregeld borden met informatie over de historie van de spoorlijn en zo nu en dan komt er een trein langs. Bij Kandergrund leidt het pad richting de hoofdweg door het dal en we besluiten hier de traditionele middag-picknick te houden. De temperatuur is aardig opgelopen en gezien de aard van het 'wandel'-pad besluiten we de makkelijke weg terug te nemen.
De rit vervolgt via Interlaken naar Meiringen en dan de Sustenpass over. Er komen ons heel wat wielrenners tegemoet, er blijkt een toertocht te zijn: het
Alpenbrevet; een loodzware rit over alle passen in de omgeving met 7000hm in 285km. Zelfs 's avonds zien we nog renners door Andermatt komen, die moeten dan nog de Sustenpass over via de zware kant. Met het hete weer zal het een flinke uitputtingsslag geweest zijn. Wij komen de Sustenpass makkelijker over en het hotel in Andermatt is gauw gevonden. We worden hartelijk welkom geheten, laden de auto uit en kunnen de fiets kwijt in de kelder waar 's winters de ski's gestald worden. Na een week met Frans te hebben geworsteld, is het heerlijk om ons in deze streek met Duits te kunnen redden. Het uitzicht vanaf het hotel mag er zijn ondanks dat Andermatt op dit moment één grote bouwput, want we zien maar liefst 6 bouwkranen vanaf het balkon. Later zullen we merken dat er zelfs 13 in heel Andermatt te vinden zijn. In het vorige hotel hoorden we van een paar andere gasten dat hier buitenlands geld in nieuwbouw van vakantie-resorts gepompt wordt terwijl er voldoende bestaande hotels problemen hebben om hun bezetting op peil te houden, dus of het een goed teken is dat er zoveel bijgebouwd wordt...?
De weersvoorspelling is dat het rond de middag tot een weersomslag zal leiden waarbij flinke onweersbuien kunnen voorkomen. Ik besluit daarom een korte rit in te plannen en daarmee ook even rustig aan te doen voor de langere ritten die er de komende dagen aan staan te komen. Richting de
Furkapass ziet het weer er goed uit en bovendien lijkt dit me één van de mooiste en niet al te lastige klimmen in de omgeving. Hein gaat met de auto mee die kant op en weet enkele leuke plaatjes te schieten. Het fietsen gaat niet onaardig, maar makkelijk is het niet doordat het toch wel erg warm is met een hoge luchtvochtigheid.
Onderweg zien we de stoomtrein rijden die vanuit Realp de Furkapass over gaat. Het blijkt een klein treintje te zijn waarin maar zeer weinig beschikbare plaatsen waardoor ons plan om met deze trein mee te gaan (later deze vakantie) de prullenbak in kan; reserveren moet je meer dan 2 maanden van tevoren doen. Bovendien blijkt dat de trein wel heel langzaam de berg op kruipt. Op de fiets ben ik een stuk sneller terwijl ik ook nog eens heel wat meer hoogtemeters moet overwinnen naar de top (de trein gaat door een tunnel en blijft een aardig stuk lager). Op de top tref ik een bordje aan met de naam van de pas en de hoogte, iets wat ik in het Franstalige deel van Zwitserland niet gezien heb (al waren die cols geen doorgaande passen). De andere kant van de pas geeft een prachtige blik op de bergen aan de andere kant van het dal en de slingerende weg het dal in. Door het veranderende weer ga ik nu terug, maar die andere kant ga ik zeker nog verkennen in de komende dagen.
De afdaling is genieten en het laatste stuk is lekker bijtrappen terwijl de weg zeer licht afloopt. In de verte rijden twee andere wielrenners, wat motiveert om hier nog wat steviger op de pedalen te staan. Bovendien is Hein bovenop gelijk me mij vertrokken maar nog niet te zien. Net nadat ik de wielrenners voorbij ben en ze vergeefs hebben geprobeerd in mijn wiel te blijven ('big smile') komt Hein voorbij, maar verderop zijn de slagbomen omlaag en staat een file tot net voor de afslag die we moeten hebben. Hein kan er niet langs, maar ik natuurlijk wel en zo ben ik toch nog eerder bij het hotel :).
Dag 9: 15-08-11
Vandaag is het wereldje erg klein. Andermatt bevindt zich 's ochtends volledig in de wolken en het ziet er niet uit dat dat op korte termijn zal veranderen. De weersverwachting is dat het 's middags nog kan opknappen, maar vanuit het dal blijven maar wolken komen die zo nu en dan voor wat regen zorgen zodat het even iets opklaart, maar al gauw worden ze weer aangevuld door nieuwe wolken.
Als het op 1400m al zo is, hoef ik niet zo nodig op de fiets naar 2000+ m hoogte, dus gebruiken we vandaag om wat kaartjes te kopen en te schrijven, passerende wolken te bewonderen, te kaarten en als het eind van de middag iets beter wordt een wandelingetje door het dorp, waarbij we zien dat het soms daadwerkelijk loont om om te rijden om benzine te tanken. De twee tankstations in Andermatt liggen zo'n 500m uit elkaar en verschillen maar liefst 20 Zwitserse Rappen per liter. Met een Euro/Frank koers van nagenoeg 1.0 is dat dus zo'n 20 eurocent per liter verschil!
Het weer is vandaag weer uit de kunst, dus tijd voor een flinke lus. 3 cols staan op het programma: St. Gotthard-, Nufenen- en Furkapass. Vanuit Andermatt is de
Gotthardpass niet zo ver, dus voor ik er erg in heb, is deze bedwongen. Ik neem de oude weg die met kasseitjes ingelegd is totdat ik zie dat ik op de top ben. Later besef ik dat dit de 'nieuwe' top is en de oude weg juist vanaf dit punt interessant omhoog slingert via haarspeldbochten... jammer dat ik dat niet doorhad, want vanaf dit punt heb ik de afdaling ingezet via de nieuwe weg. De 'oude' top moet ik later nog maar eens aandoen. De afdaling toont een mooi vogelperspectief op de plaats Airolo waar verschillende wegen over elkaar heen kronkelen over allerhande viaducten en andere kunstwerken. Eenmaal beneden knikt de weg meteen in de andere richting want de
Nufenenpass begint hier. Deze klim valt me niet makkelijk omdat de weg flink stijgt en bovendien de zon ondertussen genadeloos schijnt terwijl ik de wind in de rug heb. Ik ben dan ook erg blij een waterbron tegen te komen, vers water te kunnen pakken en m'n kop onder de kraan te kunnen steken, al is het maar om het zoute zweet uit m'n ogen te krijgen.
De afdaling van de Nufenenpas is genieten geblazen, weinig bochten die bovendien erg wijd zijn, zodat je er op volle snelheid doorheen kan. Veel en veel te snel is dit genot dan ook weer voorbij omdat ik in het dal aankom. Hier moet ik even opletten, want op dit stuk zou Hein ergens moeten staan met de auto want we hebben afgesproken vandaag samen te lunchen. Ik zie rechts een auto die verdacht veel op die van Hein lijkt, maar dat blijkt toch een ander te zijn. Als ik bijna de spoorwegovergang wil oversteken hoor ik ineens m'n naam geroepen worden. Ik had het kunnen weten, natuurlijk staat Hein bij het spoor. Maar... hij heeft een mooi plekje in de schaduw gevonden op een stukje groen, een prima plek voor een kofferbak-picknick. De boterhammetjes gaan er wel in met de opgedane energie ben ik klaar voor de
Furkapass. Ik ben ondertussen op stoom gekomen, want het fietsen gaat heerlijk en ik besluit nog even de
Grimselpass mee te pikken. Hiervoor hoef ik vanuit Gletsch maar een kilometer of 6 omhoog (wel met een stijging van 8%). De weg is hier mooi tegen de bergwand geplakt; met vele haarspeldbochten voert het asfalt naar de top. Bovenop even een fotootje maken en dan weer terug naar Gletsch en direct weer omhoog de
Furkapass verder op.
Het is ondertussen weer flink warm geworden en dat maakt de klim er niet makkelijker op. Toch kom ik nog redelijk fris boven en als ik bovenop weer even bewijs van het behalen van de col wil verzamelen, vraagt een vriendelijke Nederlandse motorrijder of hij even een foto moet maken. Er volgt nog een mooie afdaling die ik eergisteren al verkend heb. Dit keer staat er echter een flinke wind uit het dal, dus hoge snelheden kan ik vergeten. Op het bijtrapstuk is het dan ook behoorlijk harken. Waar ik twee dagen geleden nog 50km/u aan kon houden, haal ik nu met moeite de 30km/u. Nog even doorzetten en dan lonkt Andermatt alweer, waarmee deze mooie rondrit weer tot een einde komt.
Het plan om met de stoomtrein over de Furkapass te gaan lag in de prullenbak, maar daarvoor in de plaats hebben we besloten om met de Glacier Express over de Oberalppass te gaan naar Disentis (en met de gewone trein weer terug). Hij vertrekt vanmiddag om 13u, dus vanochtend kan ik nog mooi een ritje maken. De bedachte rondrit over de Oberalp-, Lukmanier- en Gotthardpass is daarvoor te lang, dus ik besluit tot op de Lukmanierpass te gaan en dan weer terug over de Oberalp. De route is ongeveer 100km en als ik om 7.45u op pad ga, zou het toch moeten lukken om rond 12u weer terug te zijn, dacht ik...
Ik weet dat het schema niet erg ruim is, dus ik hou het tempo er goed in, en een terrasje pikken is er vandaag niet bij. Omdat ik nog wat vroeger weg ben gegaan dan gisteren, leek het me verstandig om arm en beenstukken aan te doen, maar dat had werkelijk niet gehoeven, want al gauw loopt de temperatuur flink op. De eerste klim,
Oberalppass, valt wel mee omdat de stijgingspercentages niet al te hoog zijn en de klim vrij regelmatig is. In de afdaling merk ik al wel dat de andere kant een stuk langer en onregelmatiger is, dus dat staat me straks op de terugweg te wachten. Maar eerst is het tijd voor de
Lukmanierpass. In Disentis sla ik rechts af en mag nog even genieten van een stukje afdaling alvorens de weg ineens stevig omhoog gaat. De plotse overgang naar een kilometer aan 8% voelt niet bepaald fijn aan. Bovendien wordt het ineens wel erg warm met m'n beenstukken nog aan, dus maar even aan de kant en die dingen uit. Ik vervolg m'n weg over de onregelmatige klim waarin stukken van 11% zitten. Hier had ik niet op gerekend aangezien de gemiddelde stijgingen per kilometer niet zo grillig verlopen. Ik hou me voor dat de trein niet wacht, ik op tijd terug moet zijn en dus stevig door moet fietsen. Naarmate de top nadert, wordt de klim vriendelijker en wat regelmatiger. Het gekke is dat de top hier behaald wordt in de tunnel die langs het stuwmeer loopt en je vervolgens afdaalt naar de pas.
Op het moment dat ik m'n trouwe tweewielige kameraad en het pas-bordje op de foto zet, komt er van de Zuidelijke kant een lokale wielrenner omhoog gereden. Hij verdwijnt al de tunnel in als ik nog even een reepje naar binnen werk en opstap om weer terug te gaan. De twee afgedaalde kilometers zijn niet zo steil, dus al gauw ben ik weer over de top en zet de afdaling in. Niet zoveel later passeer ik de wielrenner die ik eerder gezien had, die duidelijk geen held in dalen is. Op deze rustige, overzichtelijke wegen loopt de snelheid toch makkelijk op tot boven de 80km/u. Met zulke snelheden is de afdaling ook alweer voorbij voor je er erg in hebt en ben ik terug in Disentis. In een smalle doorgang staat een vrachtwagen alle verkeer op te houden omdat er gewoon onvoldoende ruimte is om elkaar te passeren. Ik wurm me er gauw langs (de trein wacht niet :) ) en begin aan de klim naar de
Oberalppass en ben blij de stad gauw te kunnen verlaten, want het is er verschrikkelijk warm. De zon brandt ook genadeloos op deze klim, waar maar weinig schaduw te vinden is, dus het bekende ritueel (kop onder de kraan) wordt maar al te graag uitgevoerd zodra ik een waterkraan tegen kom. De lokale paardenclub vindt echter dat zij het alleenrecht op deze pomp hebben en dramt gewoon voor. Twee andere fietsers die wat verkoeling zochten worden aan de kant geduwd want de hinnikende schijtkanonnen moeten drinken. Gelukkig weigeren de beesten te drinken ("You can take a horse to the water..."), wellicht omdat ik net m'n zweterige gezicht heb afgenomen boven het waterreservoir, dus zijn ze ook gauw weer weg. Gauw even een bidon vullen en dan door naar boven.
Al gauw ben ik weer zonder water, dus het ritueel herhaalt zich nog een keer op deze, toch wel lange, klim. Het laatste stuk naar de top is niet het makkelijkste gedeelte, wat zich toont in haarspeldbochten die elkaar vlot opvolgen. De energie vloeit versneld weg door de hete omstandigheden, en dus ben ik blij de top bereikt te hebben. Na een snelle foto, kijk ik op de klok voordat ik de afdaling in zet. "11.55u" zie ik staan, dan komt het allemaal wel goed. Er staat aardig wat wind, en niet verrassend, hij staat alweer tegen, dus er moet nog flink getrapt worden om de snelheid lekker hoog te houden. Het eerste stuk is zonder echte bochten, maar is ook niet al te steil. Dan volgen de haarspeldbochten die weliswaar ruim zijn, maar het drukke verkeer haalt de snelheid geregeld aardig omlaag. Toch gaat het stuk van de top tot aan Andermatt met gemiddeld 55km/u en sta ik om 12.08u bij het hotel. Gauw even douchen en ondertussen zet Hein de lunch klaar. We laten ons de verse broodjes goed smaken en dan is het tijd om richting station te gaan.
Als we aankomen op het station, wordt de komst van onze trein al aangekondigd. We moeten nog wel even wachten, want hij is iets vertraagd, maar daar komt 'ie dan. Even zoeken naar de wagon en stoelnummers waar we mogen plaatsnemen en als we goed en wel zitten, zet de trein zich ook al in beweging. We rijden het station uit, kruisen de weg en haken in op het tandradsysteem, want net zoals ik eerder vandaag, mag ook de trein direct vanuit Andermatt klimmen. De panoramarijtuigen zijn voorzien van extra veel en extra grote ruiten, zodat we een prachtig uitzicht hebben op de omgeving. We bestellen een kop thee en koffie terwijl we de top van de Oberalppass over gaan. Terwijl de berg af slingeren voert het personeel een ware circusact uit om de bestellingen rond te brengen en vuile vaat op te halen. Zo nu en dan horen we waarom de treinkaartjes hier niet goedkoop zijn, want er sneuvelt toch een aantal keer een bord of glas. Om de helling begaanbaar voor de trein te houden, zijn aan deze kant van de berg vooral bruggen gebouwd terwijl de andere kant vooral van tunnels was voorzien.
We naderen Disentis/Mustér en over het informatiekanaal (waar je een koptelefoon in kan pluggen) wordt uitgelegd dat deze stad ontstaan is doordat een rijk man in vroeger tijden zich vestigde "in the middle of nowhere", in Latijn 'Desertina'. Het Retoromaanse Mustér verwijst naar het klooster (monasterium) dat er later gebouwd werd.
Als we in Disentis uit de trein stappen, blijkt het in de stad nog warmer dan toen ik er vanochtend was. We besluiten om onze verkenning van de stad beperkt te houden, want we worden levend gebakken in deze oven. Na een kort rondje keren we terug naar het station, kopen een ijsje en zoeken de schaduw op. Gelukkig staat er een lekker briesje zodat het hier vrij aardig uit te houden is. Met het uitzicht op de groene vallei wachten we op de trein terug. De gewone trein stopt op alle kleine tussenstationnetjes alvorens de top te bereiken. De afdaling naar Andermatt geeft ons een mooie blik op Andermatt, waarin we zien dat de plaats bijna dubbel zo veel oppervlakte gaat krijgen door de nieuwbouw. Na de afdaling, die geremd wordt door in te haken op de tanden, bereiken we het station en zit de rit er alweer op. Een mooie ervaring.
De Sustenpass is nog niet aan bod geweest, dus de route van vandaag moet daar maar eens verandering in brengen. Het is wederom schitterend weer, dus ik ga op tijd weg om de grootste hitte voor te zijn. Als eerste de
Furkapass, gevolgd door de Grimselpass. Doordat ik beide klimmen al eerder heb gereden in de afgelopen week, weet ik wat er komt en kan ik m'n krachten beter verdelen, zodat ik relatief fris bovenop de
Grimselpass aankom.
Daar maak ik een uitstapje naar de
Oberaarsee. De route voert over een autoluwe weg (slechts twee maal een kwartier per uur wordt verkeer toegelaten... ik interpreteer het stoplicht als bedoeld voor auto's en rij door over een geheel verlaten weg). De stilte is geweldig. Zolang ik m'n benen niet stil hou (wat voor geratel van mijn cassettebody zorgt), hoor ik slechts zo nu en dan wat stromend water of wat vogels, verder helemaal niets. De weg slingert en klimt en daalt wat. Aan het eind zitten er nog wat venijnige knikjes in van zo'n 15%, maar die zijn niet zo lang.
Ik neem een kijkje bij het stuwmeer, waarvan het water erg groen is, net zoals het gesteende dat ik hier rondom zie. Het zal vast rijk aan koper zijn. Ik zie een restaurantje en heb wel trek in een pannenkoek. Helaas kennen ze hier, noch op de Grimselpass, pannenkoeken, en in een stuk gebak heb ik nu geen zin. Dan m'n geluk maar verderop beproeven. Ik stort me in de afdaling van de Grimselpass, waar ik het even aan de stok heb met een buschauffeur. Met z'n lege bus geeft hij behoorlijk gas na de bochten, maar in de bochten ligt z'n snelheid me veel te laag. Toch wil hij me er niet langs laten. Dan maar op de iets minder nette manier. Ik kan een heel stuk weg overzien terwijl er een haarspeldbocht naar rechts komt. Aangezien er geen verkeer aan komt, weet ik dat ik de buitenbocht kan pakken en rij om de bus heen. Voordat hij gelegenheid heeft om het gas weer zo hard in te trappen, stuur ik direct naar rechts zodra ik de bus voorbij ben. Zo... hebbes :)...
De steile en minder steile stukken wisselen elkaar hier wat af... deze kant is duidelijk minder regelmatig dan de andere kant van de berg. Dan zie ik een bordje "11%" en duik een tunnel in. Nog gauw wat bijtrappen en dan zo aerodynamisch mogelijk op de fiets. Als ik de tunnel uitkom flitst er een waarschuwingsbord voor een komende haarspeldbocht langs en moet ik flink in de ankers, want het gaat scherp rechts. Ik werp nog gauw een blik op mijn snelheidsmeter en zie 89km/u staan. Nieuw record, en dat op zo'n relatief kort stuk weg (tussen haarspeldbochten in). Kort voor Innertkirchen, waar de klim over de
Sustenpass begint, zie ik een eettentje langs de weg met een aansprekend terras. Hier hebben ze vast wel wat lekkers. Pannenkoeken zitten er ook hier niet in... jammer, maar ze hebben wel een dagmenu dat er niet onaardig uit ziet: soep, sla/salade en kip met rijst. Niet al te zwaar te verteren (niet onbelangrijk, want ik heb nog een flinke klim te gaan), dus laten we dat maar doen. Terwijl ik op m'n eten wacht, druppelt er heel wat bouwvakkersvolk binnen die hier komen lunchen, dan moet het eten hier wel goed zijn :). En inderdaad, het smaakt prima. Ik bestel nog wat drinken om ondertussen het eten wat te laten zakken voordat ik weer op de fiets stap.
Zodra de afdaling erop zit en de snelheid, en daarmee de rijwind, plots afneemt, is het zweten geblazen op de zonovergoten stroken van de
Sustenpass. Gelukkig zitten er in het begin nog flinke stroken in die niet zo steil zijn, dus kan ik het tempo nog een beetje hoog houden om toch wat rijwind te hebben. Zodra het steiler wordt, neemt ook de bebossing toe, dus is er gelukkig wat schaduw te vinden. De waterkraantjes doen weer dankbaar dienst als koeling terwijl het landschap telkens kaler wordt. Naar de top toe wordt de klim steiler, al zit er zo nu en dan een minder lastige kilometer in, wat voor een prettige afwisseling zorgt. Op de top heb ik wel zin in wat drinken, maar daar blijkt slechts een self-service zaak te staan waar bovendien belachelijke prijzen gevraagd worden, dus ik duik de afdaling in en zie verderop wel. En inderdaad, verderop is een geschikter gelegenheid om wat te drinken en m'n bidon weer te vullen met water.
Nog één klim volgt en dat is tussen Wassen en Andermatt. Deze klim wordt wel Schöllenenschlucht genoemd, maar aangezien je niet echt op een top aankomt, vind ik niet dat ik hem op mag nemen als 'geregistreerde' klim. Toch zitten er hier nog venijnige kilometers in met stijgingspercentages van tegen de 10% en de ellendige hitte (30-34°C) is ook weer van de partij. Terwijl de zon voor helse omstandigheden zorgt, nader ik de Teufelsbrücke, alwaar een affiche hangt met de tekst "hot!"... ja, dat klopt wel. Had ik een stift gehad, dan had ik toegevoegd: "wie im Hölle". Ondanks dat het klimmen niet bepaald makkelijk meer gaat en de knieën aardig protesteren, rij ik nog steeds andere wielrenners voorbij alsof ze stilstaan. Na de haarspeldbochten mag ik even genieten van de schaduw in de tunnel, en is het lastigste deel van de klim alweer voorbij. Andermatt volgt gauw en daarmee zit deze tocht er ook weer op.
Dag 13: 19-08-11
De weersverwachting voor vandaag is "heet, heet en nog eens heet". Aangezien m'n knieën het welletjes vinden en dit hete weer, besluiten we om vandaag een dagje naar Luzern te gaan. We gaan op tijd weg, want in de stad zal het ook wel warm worden. Voor de middag kunnen we nog mooi een wandeling door de stad maken en na de middag gaan we naar het verkeersmuseum (het
Verkehrshaus). We zetten onze auto in de buurt van het museum neer, zodat we onze wandeling starten langs het meer, richting centrum van Luzern. We nemen een kijkje bij het station en maken vervolgens een lus door het centrum. Een kop thee/koffie gaat er wel in voordat we over de bekende houten Kapelbrug terug richting het meer lopen. Wederom langs het meer vervolgen we weer richting auto.
Daar eten we gauw even een broodje en dan gaan we het museum binnen. In dit museum hebben ze de vier hoofdtakken van transport uitgelicht: spoorweg, weg, water en lucht. Er is vooral aandacht voor de historische modellen van treinen, auto's, boten en vliegtuigen. Bovendien is iedere ruimte voorzien van een aantal interactieve demonstraties, dus ook voor kinderen meer dan genoeg om je te vermaken. We kijken onze ogen uit en de tijd vliegt voorbij.
Dag 14: 20-08-11
De vakantie zit er alweer op want vandaag keren we terug naar ons eigen kikkerlandje. Direct na het opstaan even de auto inpakken, dat is zo gedaan. Na het ontbijt gaan we nog gauw even langs bij de bakker voor wat broodjes voor onderweg en dan nog even terug om de rekening van het hotel te voldoen. De reis verloopt voorspoedig en is minder lang dan de heenreis. Hein heeft een mooi navigatie-apparaat in de auto dat verkeersinformatie over de route toont en we zien dat er een flinke file staat bij Mönchengladbach, dus we besluiten over Aken te rijden. Een goede beslissing, want zodoende hebben we nergens last van en al gauw komen we weer in Eindhoven aan, waar ik gedropt wordt.
Terugblik
In totaal heb ik in 7 dagen 697,20km gereden en daarin 18030 hoogtemeters overbrugd. Daarnaast heel wat kilometers samen met Hein gewandeld tot zelfs 3100m hoogte. Het weer was uit de kunst, slechts een paar dagen was het iets minder. Helaas zorgde een fikse verkoudheid voor een valste start qua fietsen, desalniettemin hebben we die dagen prima weten in te vullen met andere activiteiten. Wel had de conditie een aardige knauw gekregen, dus het klimmen ging niet zo makkelijk als eerder dit jaar in Italië, maar desondanks meer dan genoeg kunnen genieten van de omgeving en van de inspanningen.