Dag:
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
[Reisdetails]
Noorwegen 2019 - Winschoten-Ålesund
Al jaren wil ik graag eens naar Noorwegen, en nu is het zover. HiRoads heeft een mooie reis in het programma die van Winschoten, naar Ålesund leidt waarna een terugvlucht naar Schiphol volgt.
Dag 0: 13-06-19 : opgehaald uit Leende
Wat een luxe, mijn ouders willen me wel komen ophalen uit Leende om mij met fiets en bagage naar de startplaats van de reis (Winschoten) te brengen. Kort voor de middag komen ze aan en gaan we samen een hapje (uit) eten. Daarna even de auto inladen en op pad om de drukte voor te zijn. Bij Eindhoven is net een ongeluk gebeurd en moet het verkeer van 3 naar 1 rijbaan en hebben we een paar minuten oponthoud. Verder is het wel druk op de weg, maar vlot alles gelukkig prima. De rest van de dag kan ik lekker luieren en 's avonds spelen we nog een spelletje.
Omdat de eerste dag van de reis eigenlijk alleen maar 's avonds verzamelen is, besluit ik een extra ritje toe te voegen en ga met een omweg van m'n ouders naar het eerste hotel in Winschoten toe. Op basis van de Hoogelandroute die ik een paar jaar geleden met de Windhappers heb gereden, rij ik door het Groninger Hoogeland naar Uithuizen om na een versnapering aldaar de ronde te vervolgen. De voorspelling is dat het droog blijft en 26 graden wordt. Nog maar amper Bareveld voorbij vallen de eerste druppen al en het regengebied dat eerst nog richting Friesland leek te drijven, komt toch echt over onze provincie. In Hoogezand is het druppen overgegaan in een plensbui en trek ik gauw mijn regenjack aan. De gedachte om rechtsomkeert te gaan lonkt, maar ja, de weg is toch al nat en terug naar Stadskanaal levert net zo goed een nat pak op als wanneer ik toch gewoon door ga en achter mij (daar komen de wolken vandaan) zie ik de lucht alweer lichter worden. Kortom, doorrijden en na een uur in de regen gereden te hebben, wordt het weer droog. Het regenjack kan uit bij de brug over het Eemskanaal en de zon komt er weer bij. Alles droogt best wel vlot weer op en als ook het wegdek weer droog is, is alle leed wel weer vergeten.
In Uithuizen is er markt en wanneer ik op de plek kom waar we destijds koffie gedronken hebben, blijkt die gelegenheid opgedoekt. Ik rij met een bocht terug naar de winkelstraat en kom nog meer opgedoekte eetgelegenheden tegen, maar dan toch nog een terrasje dat nog wel open is. Een kop thee met warm appelgebak met slagroom (ja, want het is vakantie) gaat er goed in en na nog eventjes uitgebuikt te hebben, ga ik weer verder. Er volgt een mooi stuk weg tussen Appingedam en Winneweer dat slingerend langs de rivier zich een weg door het landschap baant. De vorige keer hadden we hier ook nog voor de wind, dat is nu niet het geval, maar met volop zon, is het genieten.
Na voor de tweede keer te hebben gewacht bij de rug over het Eemskanaal waar ik hoor en zie dat er allemaal zwaluwen een nestje onder de brug hebben gemaakt en me daarbij bedenk dat het toch wel knap is van die beestjes om hun huis zo te bouwen dat het niet helemaal overhoop ligt als het een aantal keer per dag 90 graden kantelt, mag ik verder richting Zuidbroek om dan van de route af te slaan en richting Winschoten te rijden. Het hotel is gauw gevonden en m'n ouders zitten al op het terras en hebben mijn bagage al keurig meegenomen zodat ik meteen kan inchecken, m'n spulletjes naar de kamer kan brengen en even kan douchen voordat we samen een hapje gaan eten. Daarna voeg ik me bij de telkens completer wordende groep en zitten we nog lekker op het terras tot het donker begint te worden en ik het voor gezien houd en m'n bed op zoek. De eerste 138km van deze vakantie staan op de teller.
In de nacht heeft het pijpenstelen geregend, maar bij het wakker worden lijkt het zowaar droog. En ja, de weg droogt zelfs op. Even hebben we goede hoop om toch droog weg te komen, maar tijdens het ontbijt volgt de ontnuchterende blik van eerst druppen en daarna harde regen. Om 9.30u zou de bui over moeten zijn, dus het plan om om 10u weg te gaan lijkt zo gek nog niet al is de weg wel nat. We vertrekken gezamenlijk, maar veel gang heeft de groep nog niet. In Beerta gaat het fietspad even van de weg om achter een camping langs te slingeren over smalle paadjes. Een paar rijden verkeerd bij een onduidelijke afslag en er volgen wat smalle paadjes. Ik reed op kop en weet nog wel net linksaf te gaan en rij rustig verder in de verwachting de rest zo weer terug te zien. Een eind verder kijk ik maar eens achterom maar zie een vijfhonderdtal meters leegte. De route gaat hier over smalle fietspaden en alles is nog kleddernat, dus zoveel voordeel heeft het niet om in de groep te zitten. Kortom, ik rij rustig in mijn eigen tempo verder.
Wanneer de wind in de rug komt gaat het wat vlotter, maar alles gaat op het gemak. Er zijn heel wat ooievaars te zien en vooral veel grijze luchten. Er volgt een afwisseling van kleine dorpjes en lange stukken leegte. Op 60km is een bakkertje, maar voor de helft van de rit al stoppen hoort eigenlijk niet. Op 100km zou ook nog een adresje moeten zijn, en mijn plan is om daar een wat uitgebreidere pauze te nemen. Op 100km is helemaal niets en op 107km wel een café-restaurant, maar daar zijn ze druk met een receptie, dus ik vul mijn bidon en ga verder. Niet veel later begint het te regenen, net nadat ik dacht dat "het allemaal nog wel mee viel" gezien de verwachting. Dat had ik dus niet mogen denken. Er volgt een lang recht stuk langs de dijk en het gaat telkens harder regenen. Nu trap ik wel iets fanatieker en met de wind in de rug hou ik grofweg de 40km/u aan. Er volgt nog een cafeetje aan de dijk, maar ik ben nat en nu nog warm, dus veel zin om af te koelen en daarna verkleumd weer op te stappen, heb ik niet. Daarom toch maar doorrijden en met de wind in de poeperd gaat het vlotjes richting Bremerhafen. Er volgt nog een stuk met slecht gelegde klinkers, wat veel weg heeft van de kasseistroken in Vlaanderen en rond Roubaix, en met beregende bril is het verdacht goed opletten om niet op je plaat te gaan. Om 14.10 ben ik bij de pont, die 10 minuten later aanmeert en om 14.25u vertrekt. Aan de andere kant van het water is het even terugrijden omdat de geplande brug eruit ligt en om 15u ben ik bij het hotel. Wetende dat ik vast veel te vroeg ben, wacht ik op het bankje buiten. De zon gaat schijnen en ik ga even lekker languit liggen. Het wordt wat fris en wacht verder binnen tot ik om 17u de bus van Marcel, de begeleider aan hoor komen. Maar al te graag ga ik naar beneden om mijn tas met met kleding te halen zodat ik lekker kan douchen. Nadat ook de fiets weer schoon is, komt de rest binnen die de nodige lekke banden hebben gehad en een valpartij. In de tijd die zij nodig hebben om zich weer op te frissen, kan ik mooi mijn verslagje van de dag schrijven. Vandaag zijn er 147km afgelegd met een slordige 34km/u gemiddeld (na aftrek van de veerpont). Gelukkig hadden we de wind voornamelijk in de rug, maar de regen had niet gehoeven. Hopelijk mag morgen een droge dag worden.
Met 's ochtends nog wat wolken, maar met zicht op de zon en een droge dag in het vooruitzicht, starten we de etappe van vandaag. We vertrekken als 1 groep en langzaamaan gaat het tempo wat omhoog en valt de groep uiteen in een paar kleinere groepjes. Samen met Eugene, Ivo, Jacob en Roeland rijden we een lekker tempo en met de wind in de rug en zo af en toe van opzij gaat het vlot vooruit. Het landschap van vandaag is vooral polderlandschap en een stuk langs de dijk om in Freiburg uit te komen waar we een terrasje pakken. Een heerlijk stuk kruisbessentaart gaat er goed in en we keuvelen wat in de telkens feller wordende zon. Marcel komt met de bus aan en dat geeft de gelegenheid om toch nog even wat zonnebrandcreme te smeren.
Na de koffie volgt nog een stukje langs de dijk met geregeld hekken om de koeien bijeen te houden waar we via een klaphek langs kunnen, al haalt dat het ritme er wel even uit. Veel maakt dat niet uit, want we moeten zo toch de veerpont op. We zien een lange rij auto's staan die wat in beweging komt. Dat lijkt een goed teken, maar wanneer we de kade naderen, vaart de pont net weg. Gelukkig varen ze hier met maar liefst 4 pontjes en komt de volgende een tiental minuten later. Tijdens de vaart toont een blik achterom een hele donkere lucht; het zou toch niet...
Na de oversteek is het nog maar een kilometer of 16 en gaat het tempo nog even de hoogte in. Het hotel is gauw gevonden na het binnenrijden van Itzehoe en we schuiven aan op het terras bij de eigenaar die na een initieel norse blik toch erg vriendelijk blijkt te zijn. Als ook de bus na een uur wachten ook de pont heeft mogen nemen en bij het hotel aankomt kan er gedoucht worden waarna ik nog even te voet een klein ommetje door het centrum maak. Ik realiseer me dat het zondag is en Herman Finkers schiet me te binnen met zijn uitspraak na het kopen van ansichtkaarten van "mooi Kloten": "Het is zondag in het kleregat. Winkels en kroegen gesloten. Ik denk bij mezelf, dit is dus ...". Om zes uur volgt het routepraatje waar ook de instructies gegeven worden voor overtocht van morgen waarna we ons tegoed doen aan nasi en bami bij de lokale Chinees.
Om zeker te zijn dat we op tijd bij de boot zijn, is het vertrek vandaag gepland om 7 uur. Om half zeven zitten we keurig allemaal al in fietskleding aan het ontbijt. In verschillende groepjes wordt vertrokken en ik ga samen met de fietsgenoten van gisteren en Karen op pad. Wel iets later dan de geplande 7 uur, maar nog meer dan op tijd genoeg. In het begin is Jan er ook nog bij, maar die voegt zich later bij een ander groepje waar we voorbij rijden. Al gauw hebben we de anderen in het vizier omdat de wind weer in de rug staat. Het vroege vertrek en de bosrijke omgeving zorgen voor een mooi schouwspel van zonnestralen en schaduw. Het tempo zit er goed in en met z'n vieren rijden we ombeurten op kop, Karen volgt in het wiel, maar weet toch knap ons tempo bij te houden. Het heuvelt vandaag al een beetje meer dan de afgelopen dagen en met geregeld vals plat en iets meer klim- en daalwerk zit er ook al wat meer variatie in de snelheid. Een leuke route voert door kleine dorpjes en op een klein heikel moment in een bocht naar rechts waar plots een auto tevoorschijn komt en wat zand op het wegdek voor uitdaging zorgt bij Ivo, verloopt de rit zonder problemen. In Kiel volgen wat stoplichten en is het een stuk drukker op de weg waardoor het tempo wat gedrukt wordt, maar heel veel meer dan 2 uur hebben we niet nodig voor de 79.5km zodat we om 9.40u bij de haven zijn. De bus is er nog niet, want Patrick's wiel heeft wat aandacht nodig van een fietsenmaker.
We zijn op tijd genoeg om de aankomst en het aanmeren van de boot te kunnen zien: een joekel van een schip met 13 verdiepingen waar 2400 mensen op passen.
De bagage was gisteren al herpakt zodat het belangrijkste in de handbagage zit; een deel van de fietsen gaat achter in de bus en dan mogen wij te voet naar de ferry terminal om in te checken; een ander deel van de reizigers gaat met de fiets aan boord en is al een stuk eerder op het schip. Een Duitse knakworst met (half sneetje... de zunigheid...) brood en een kop thee dient als lunch. De rij voor de boarding groeit in razende vaart, dus we wachten mooi totdat die opgelost is en sluiten aan om aan boord te gaan.
Het is even puzzelen hoe, in de hut, de bedden precies werken, want in eerste instantie zien we er maar twee in onze hut totdat ik de hendels in het plafond zie. Na gauw gedoucht te hebben, verken ik even het schip en kom Huub tegen die weet dat de rest op het zonnedek zit. Het licht is veel te fel hierboven, dus gauw een paar kiekjes maken terwijl het schip net uit de haven is vertrokken en dan eerst een zonnebril halen. Een véél te duur stukje Schwarzwalder Kirschtorte helpt in het overbruggen tot dinertijd, dat gelukkig al om 17.30u is. Wanneer het ruime sop gekozen is en het landzicht verruild wordt met zeezicht, zakt de allergie een beetje; in Kiel bloeide iets waar ik niet best tegen kan. Zittend op de trap met de laptop op schoot om het verslag te schrijven, krijg ik het eerste Noors van de reis mee via langslopend overleggend personeel, maar ik kan er niets van bakken. Hier op het schip spreken ze allemaal Engels; de komende dagen zal er vast nog wel wat hand- en voetwerk bij komen kijken (dat blijkt echter reuze mee te vallen; overal wordt keurig Engels gesproken).
's Avonds volgt een zeer rijkelijk buffet met een enorme keuze aan gerechten en als hoogtepunt een enorm dessert met wel 8 soorten gebak, ijs en zo meer. Na twee keer hoofd en drie keer nagerecht ben ik meer dan voldaan. Gelukkig moet er nog gefietst worden de komende dagen. Het amusement op de boot is van adembenemend laag peil en verder is het één grote commerciële varende tent, dus ik vermaak me vooral met wat puzzeltjes en leeswerk. Vannacht varen we in een slordige 16 uur naar Oslo waar we omstreeks 10u aan zullen komen.
Na een ietwat onrustig nachtje in de ietwat krappe vierpersoonshut voel ik me toch wel uitgerust. Stilletjes van het bovenste bed afkomen met het schijnsel van mijn telefoon om naar de badkamer te komen zonder de rest wakker te maken is nog een hele toer. Het ontbijt is bijna net zo veelzijdig als het diner van gisteren en goed gevuld kunnen we om 10u het schip verlaten. Al gauw hebben we de andere fietsers (die met de fiets van boord gingen) in het vizier en ook Marcel als hij met de bus van de boot rijdt. Hij wordt er nog even uitgepikt door de douane, maar mag dan gelukkig zonder heel de bus overhoop te hoeven halen doorrijden. De fietsen komen weer uit de bus en de tassen gaan erin. Nog wat reepjes pakken en dan op pad. In de drukke straten van Oslo is het even zoeken naar de juiste weg, maar die weten we uiteindelijk te vinden en we rijden de stad uit en merken dat het verkeer stukken minder druk wordt. De eerste klim komt eraan en we klimmen naar grofweg 400 meter hoogte. Nog niet genoeg om naam te hebben, maar zeker wel de eerste hoogtemeters van de reis.
Bovenop kijk ik of er uitzicht te vinden is, maar keer onverrichte zaken terug uit een klein straatje om bovenop een houten brug over de weg toch nog een blik op het meer te kunnen treffen. Ik wacht de rest op en maak nog wat foto's vanaf de brug. Het is hier niet het meest idyllische stukje natuur zo net naast de doorgaande weg waar veel vrachtverkeer overheen komt en ik wil wel verder om mooiere stukjes natuur te vinden. Met het nodige op en af wordt vandaag dan ook verder een solorit. In de afdaling is het nog een beetje kat-en-muisspel met een achteropkomende vrachtwagen die af en toe sneller is (als het vlakker loopt) en waar ik weer bij wegloop als het steiler naar beneden gaat. Bij het meer aangekomen is het een stuk frisser en volgt het stuk van op en af met best wel een pittig windje tegen. Het zicht op het meer maakt een hoop goed. Ik doe rustig aan en kijk lekker om me heen tussen de aardbeivelden, skischansen ("hoppsentrum" klinkt toch ook wel leuk :) ) en traditionele huizen. Een kudde koeien op de weg blijft deels staan, maar de jonge kalveren schrikken en rennen voor me uit. Met aan weerszijden van de weg angstige koeien, wil ik er niet tussendoor, dus ik volg ze totdat er genoeg de bossen in gedoken zijn om er veilig langs te kunnen.
Na een 85-tal kilometers zou er een drinkgelegenheid moeten zijn, maar afgezien van een gesloten café een daarnaast liggend opgedoekte zaak en een kebabzaak tref ik niets aan de route. Ik heb ook nog voldoende drinken omdat het vooral bewolkt is geweest en besluit door te rijden naar de camping in Hokksund. De zon komt er nu wat meer door en er volgt nog wat op en af. De camping is gauw gevonden en de bus die al bij de hutten staat ook. Na gedoucht te hebben komt de volgende groep binnen. Ik maak nog een ommetje door het dorp en daarna helpen we met de mis-en-place, het tafeldekken en de afwas. Onze eerste corveediensten zijn een feit. Het is gezellig aan tafel en na het eten wordt ook het plan voor morgen doorgenomen. In ieder geval belooft onze weerexpert Nick dat we morgen prachtig weer krijgen.
Het was vannacht heerlijk rustig in de hut en ondanks even te moeten wennen weer in een slaapzak te slapen, heb ik toch prima geslapen. Na me opgefrist te hebben, maak ik een begin met de voorbereidingen van het ontbijt en al gauw wordt ik vergezeld door de andere corveeleden. Na het ontbijt is het even aanpoten om de boel weer ingepakt te krijgen, om te kleden en de bagage in de bus te mikken, maar dan kunnen we op pad. Met het bekende vijftal plus Roeland vertrekken we om niet ver van de start al tegen 8% te moeten klimmen. Bovenop Kongsberg is het tijd voor de eerste colbordfoto en wachten we tot de groep weer compleet is. Op het tussenstuk komt Marcel regelmatig voorbij om dan weer stil te staan om ons op de foto te zetten. Op 70 kilometer staat hij stil bij een mooie brug over het water en is, na een tussenstop voor wat eten en drinken, het tijd voor een fotoshoot op de brug.
Kort daarna volgt een oud kerkje en daarna rijden we door naar Veggli, waar een extraatje te pakken is: de Vegglifjell: 6 kilometer verhard gevolgd door 7 kilometer onverhard. Dat blijkt echter recent keurig netjes vlak gemaakt te zijn en ligt er dus bij als ware het een nette asfaltweg. Het is heerlijk rustig hier, zeker na het bomstasion (tolhuisje) en de weg slingert zich omhoog langs een mooi donkerbruin (ijzerrijk) beekje, schapen, rotspartijen en mooie uitzichten. Het zonnetje komt erdoor en het is genieten tijdens de inspanning naar de top. Stukken tot 10% gaan redelijk makkelijk vandaag en al gauw bereik ik de top waar ik een blik werp op de andere kant met besneeuwde bergtoppen in de verte.
Een vriendelijke Noor vraagt nog of ik doorga de andere kant af en waarschuwt me dat daar het wegdek veel los grind bevat. Ik ga echter weer retour om de route terug op te pakken en rij vlotjes naar beneden. Zelfs op het onverharde gaat de teller prima tot een 50km/u en is het alleen in een paar bochten wat oppassen. Onderaan de afdaling kom ik nog wat andere reisgenoten tegen en op het laatste stuk van 30km licht op en af langs het meer rij ik zo goed als de andere helft van onze groep voorbij om met de wind in de rug lekker door te stomen naar de volgende slaapplek.
Ze hebben hier een oude voorraadschuur omgebouwd tot slaapplaatsen en ik mag (als "meest lenige") op zolder, samen met de kippen op stok. Na wat opfrissen beginnen we aan de voorbereidingen van het avondeten en moet er het nodige gesneden worden voor zowaar een rijsttafel. Ondertussen begint het te regenen, maar we staan mooi droog onder de luifel. Helaas is dit een voorbode voor morgen, wat een natte dag zal worden. Daar kunnen we ons in ieder geval vast mentaal op voorbereiden.
De weergoden lijken ons toch iets gunstiger gezind, want de regenverwachting is opgeschoven van 7-17u naar 13-17u. Om de grootste kans te hebben op droog weer, vertrek ik zodra de tassen de bus in kunnen en dus zit ik om 9.10u op de fiets. Het was droog, maar ondertussen drupt het wat, maar met goede moed gaan we op pad. De weg is nog nat, maar met de klim die al gauw komt na de start maakt dat niet zoveel uit. De aangekondigde "gemiddeld 7%" blijken over langere afstand gemeten te zijn, want de teller staat lang boven de 10% en dus een stevige opwarmklim. Bovenop is een soort plateau langs een meer en in de verte zijn afwisselend wolken en stukken bergtop te zien. Ook hele velden met rendiermos wat voor mooie kleurschakeringen zorgt. In de afdaling vraag ik me af waarom ik geen overschoenen aan gedaan heb, want meteen zit ik te soppen in mijn schoenen. Een vlak stuk door het dal volgt tussen Nesbyen en Gol. Het is droog geworden en ik kijk lekker om me heen om weer allerhande verschillende soorten vogels te zien (waaronder gierzwaluwen, spechten en allerlei meesjes). De tweede klim volgt en ondertussen is het wegdek droog geworden.
De splitsing volgt waarop de keuze is om een extra stukje aan de route toe te voegen door de panoramaweg te rijden tot aan het onverharde. Dat besluit ik te doen en over een heerlijk rustige weg rij ik langs een drietal meren. Het is nogal grijs, dus heel veel panoramablik is er niet. Daar waar het asfalt eindigt, begint het wat te druppen en nog maar kort nadat ik omgekeerd ben om terug te rijden begint het ineens te plenzen. Gauw mijn regenjack aan en door het dal in. Het regent pijpenstelen en al gauw zie ik maar zeer weinig door druppen aan alle zijden van mijn brillenglazen. Af en toe zitten er slechtere stukken asfalt tussen en wat kuilen die me niet opvallen totdat ik er doorheen rijd, dus echt fijn is deze afdaling niet bij deze weersomstandigheden. Nog een paar vlakke kilometers en dan vind ik het hotel met appartementen, waar we vandaag overnachten.
Marcel komt ook net aan als ik probeer in te checken en na wat gehannes kunnen we eindelijk op de kamer. Huub is ook aangekomen en met z'n driën halen we gauw de bagage uit de bus. Een heerlijk warme douche volgt en daarna is het tijd om de kleding en fiets weer schoon te maken. De rest volgt het goede voorbeeld, al is er wel flink verschil te zien in hoeveel handigheid een ieder erin heeft. Vanavond eten we pizza, maar het plan om dat aan de rivier op te eten valt helaas nogal letterlijk in het water omdat de hemelsluizen nog een keer open gaan.
De weergoden zetten wat druk op de etappe van vandaag. Morgen staat namelijk de Snovegen / Aurlandsvegen op het programma maar lijkt het slecht weer te gaan worden. Vandaag is het goed weer tot een uur of drie. Kortom, gauw ontbijten en daarna meteen op pad, want dan kan de klim nog achter de etappe van vandaag geplakt worden. Het vertrek uit Hemsedal is meteen bergop en dat gaat de komende 28km niet veranderen. Er staat een pittige wind op kop en die zorgt ervoor dat alles wel een procentje of 2 extra zwaar aanvoelt. Bovenop eet ik even mijn boterhammen op en dan is het afdalen geblazen. Eerst nog redelijk vlot, al wil de teller door de wind niet boven de 65 km/u komen; daarna vlakt het uit en is het vooral veel bijtrappen. Wel is het hier schitterend met mooie waterpartijen, watervallen en allerlei verschillende rotsformaties in de samenstelling van de bergen. In Borgund ga ik even aan bij de Stafkerk om die eens goed te bekijken en wat foto's te nemen en dan ga ik verder. Kort voor Laerdal zie ik een regenbui hangen en niet veel later voel ik wat sputters. Verderop is de weg nat en ik besluit even te wachten omdat er alweer zon in aantocht is. Een geïmproviseerde picknick naast een boerenschuur is het resultaat. Daarmee is meteen de tank gevuld om de klim aan te kunnen vatten en dus rij ik meteen door richting naar de Aurlandsvegen, ook wel Snovegen. Het is meteen een pittige klim met lange stukken van rond 10% en af en toe wat afzwakkingen. De wind ik hier iets minder aanwezig, maar komt soms toch nog krachtig en vooral koud om de hoek. In het zonnetje is het lekker en de thermometer geeft zelfs even 20 graden aan. Ik kijk mijn ogen uit in dit mooie landschap met veel watervallen en in de verte de besneeuwde toppen.
Bovenop zijn er nog maar 14 graden over en staat een koude harde bries, die de laatste kilometers weer op kop staat. Een eindje terug zag ik een donkere partij wolken opkomen, dus haast is geboden om na het bereiken van de top retour te gaan, wil ik nog droog kunnen dalen. Na een klein stukje afdaling volgt nog een stukje klimwerk en denk ik de top bereikt te hebben. Ik ben op ongeveer 1300 meter hoogte geweest, maar de top blijkt nog een tweede stuk dalen en een zevental bijna vlakke kilometers verderop te liggen, en meter of 10 hoger. Hoe het ook zij, bij mijn 'top' plant ik de fiets in een stukje sneeuw (echte sneeuwmuren heb ik niet gezien), maak gauw wat foto's en stuk een reepje in mijn mond om dan direct de afdaling in te duiken. Bijtrappend tot boven de 70km/u om maar zo gauw mogelijk richting droog weer te komen, want het is ondertussen beginnen te regenen, wat sneeuw en korrelhagel ertussendoor. Bij de pas waar ik die donkere wolken zag komen, is het wegdek flink nat en regent het ook behoorlijk, maar dan keert de weg en kan ik weer vaart maken om onder de bui uit te komen. Al gauw wordt het wegdek weer droog en loopt de snelheid geregeld op tot een kleine 80km/u. Wel is het opletten, want er zitten wel wat bulten en kuilen in het asfalt, alsook grove wildroosters. Ik stuif wat auto's voorbij en helemaal beneden rij ik nog wat campers acherop. Gelukkig hier pas, want veel ruimte was er niet op die onderste paar kilometers van deze afdaling. Er volgen nog een viertal vlakke kilometers naar Laerdal, dit keer met de wind in de rug. En gedreven door opkomende regen, gaan die met 40km/u. Terug bij de camping zie ik de bus al staan en is de groep praktisch compleet. Gauw verzamel ik mijn spulletjes en breng alles naar binnen terwijl het begint te regenen. Er staat al bouillon klaar en ook de zoutig- en zoetigheden in vaste vorm gaan weer vlotjes naar binnen.
De weersverwachtingen waren niet best voor vandaag, maar "de hele dag regen" lijkt toch meer buiig van aard te worden. Ook heeft de Snovegen zijn naam eer aan gedaan, want vannacht is hij afgesloten geweest vanwege sneeuwval en gladheid. We ontbijten wat later en doen rustig aan om de buien tot 10u langs te laten gaan. Na de corveedienst kan ik me ook omkleden en ga ik samen met Ivo, Jacob en Eugene op pad. De eerste twee doen nog een verkleedpartij aan de voet van de klim (op 4 kilometer van de start) en dus rijden Eugene en ik met z'n tweeën de start van de klim. Al gauw pakt ieder zijn eigen tempo en rij ik langzaam maar zeker wat verder vooruit. Het lijf moet nog op gang komen, want de rit van gisteren met die harde tegenwind heeft er best wel in gehakt. Ook wordt de motivatie niet echt groter als je naar de donkere wolkenpartijen kijkt richting de top. Met de benen in de 'spaarstand' gaat het iets rustiger dan gisteren, maar tuf ik toch met een lekker tempo richting de top. Halverwege begint het ook wat soepeler te draaien en niet veel later kom ik Nick en Jacquelien tegen op een stukje dat net iets makkelijker loopt. Nick roept nog "het zou verboden moeten worden zo hard te rijden".
De lichte druppen waarmee we begonnen zijn aan de klim worden langzaam maar zeker ingewisseld voor dikkere en niet veel later zit er ook wat sneeuw en hagel tussen. De temperatuur is ondertussen gezakt van een tiental aan de start tot nog ongeveer 5 graden. We komen boven de boomgrens en daar heeft de wind vrij spel waardoor de gevoelstemperatuur nog lager ligt. Dichterbij de top begint het serieus te hagelen en is het een kwestie van oogkleppen op en doorstomen naar boven. Ik ga voorbij de eerste top (waar ik gisteren ben omgekeerd) waar het tussenstuk van een kilometer of 7 volgt. Hier is het serieus koud en gauw trek ik mijn armstukken en regenjackje aan kort nadat een tegemoetkomende automobilist met zorgelijke blik hevig zwaait. Ik moet hem gelijk geven dat het nu echt koud is. De thermometer geeft nog 2 graden aan, ik rij tussen wat vlakken met sneeuw en bevroren meertjes door waarover een harde wind recht in mijn gezicht blaast. Mijn kruis is ondertussen van min of meer gevoelloos naar pijnlijk gegaan en de hagel striemt in mijn gezicht. Eindelijk komt de echte top in zicht en gauw schiet ik een vrouw uit een camper aan met de vraag een foto te maken. Ze heeft het ook koud, maar dat kan me niet schelen, gauw een kiekje schieten dan mag jij weer terug de camper in... ik mag nog even verder blauwbekken. In de luwte van een stapel stenen eet ik gauw een reepje en hou ongegeneerd mijn pielemans vast om er weer wat temperatuur in te krijgen. Blijkbaar is deze broek daar toch wat dunner (of vooral: de zeem eindigt wat lager), want zo heb ik er nog nooit eerder last van gehad.
Het lijkt goed te zijn in het dal aan de andere kant, dus ik besluit af te dalen naar het uitzichtspunt Stegastein. Een mooi plateau met glazen wand biedt uitzicht over het schitterende fjord bij Aurland: hoge wanden en knalblauw diep water. Ook hier staat de wind hard uit het dal en ik sta te klappertanden omdat ik na het afkoelen op het plateau er in de afdaling met tegenwind echt niet warmer op ben geworden. Ik weeg af of ik het dal nog verder in wil om de klim helemaal te doen, maar besluit het voor gezien te houden en vang vanaf hier terug de klim aan. Na stevig doortrappen en de hartslag weer omhoog krikken begin ik het langzaamaan weer ietsjes warmer te krijgen. In de klim rij ik een groepje andere wielrenners voorbij en zie ik Jacob en Ivo tegemoet komen. Kort voor de top tref ik ook Bas en Karen en helemaal boven staat Marcel nog met de bus. Eigenlijk wou hij net wegrijden, maar hij grijpt de kans aan om nog wat foto's te maken en laat zelfs de drone nog even op om ook daarmee nog wat mooie kiekjes te nemen als ik start met de afdaling. Waar het droog was tijdens de klim, zie ik achter mij alweer het volgende regenscherm uit het dal omhoog trekken en begint het weer te hagelen. Dat gaat later over in regen en het is weer stevig afzien op het plateau. Dan mag de vaart er echt in omdat de afdaling nu echt begint en is het opletten voor windstoten die af en toe de fiets licht maken en een metertje opzij willen zetten. Ik hou dan ook maar even het midden van de weg aan. Onder de boomgrens wordt het weer iets makkelijker en is de weg ook af en toe wat droger, dat maakt het er wel aangenamer op en dus volgt best wel een lekkere afdaling. Zeker omdat ik deze weg nu wel een beetje ken na 2x klimmen en nu ook voor de tweede keer dalen. Nog even langs het fjord naar Laerdal om dan gauw een warme douche te nemen. Het warme water voelt hemels en na er extra lang onder gestaan te hebben voel ik me weer een stuk beter. Toch fijn gefietst en het mooie uitzicht maakte het zeker de moeite waard.
Na de relatief korte rit van gisteren volgt nu een pittige rit met twee flinke cols erin. Een kortere etappe is mogelijk via een transfer door de tunnel en dan langs het fjord naar de voet van de tweede klim, maar wij opteren voor de lange tocht. Op tijd vertrekken we om zeker te zijn dat iedereen ook op tijd binnen is. Samen met Eugene fiets ik door het dal om daarna een geleidelijke klim op te gaan. Deze klim loopt lekker en ik krijg eindelijk wat ritme te pakken. We gaan dan ook ons weegs en langs een wild bulderende rivier fiets ik naar boven. Een kilometer of 8 voor de top zie ik in de verte de eerder vertrokken groep fietsen en dat werkt wel lekker als doel om naartoe te rijden. Bovenop volgt nog een relatief vlak stuk met de wind in de rug en dat gaat op de grote plaat. Na de top volgt weer een plateau met de wind in het gezicht (waar kennen we dat van...). Het begint te regenen en de afdaling moet in de regen en met stevige tegenwind bedwongen worden. Ik koel wel af, maar gelukkig niet zoals gisteren. Na veel lange rechte stukken zijn er wat haarspeldbochten waar een deel van in tunneltjes (onverlicht en dus met bocht erin). Het is daar even goed opletten is, zeker met wat auto's die heel behoedzaam rijden, maar vlot en veilig kom ik beneden. Aan de voet van de volgende klim, in Øvre Årdal, tref ik Marcel met de bus. De verwachte koffiestop gaat niet door, want er is niets open in dit dorp. Een reepje, banaantje en soort boterkoek van Marcel gaan er maar al te graag in voordat ik de tweede klim aanvat.
De eerste kilometers gaan over korte stukken met haarspeldbochten en lopen lekker ondanks dat het hier toch met 9 a 10% omhoog gaat. Daarna volgen lange stukken vervelend rechte weg aan 12% en het is wurgen om omhoog te komen. Ik verzet mijn zinnen door aan wat anders te denken en spoor mezelf aan om toch stevig door te blijven trappen. Wat hogerop zijn de uitzichten ook erg mooi en leveren daarmee ook voldoende afleiding. De top komt in zicht en dan is de Tindevegen bedwongen... ware het niet dat er nog een vervelende puist direct na volgt. Een korte afdaling wordt namelijk gevolgd door nog 2.5 kilometer van boven de 10%. Als ik dan echt boven ben, mag de afdaling ingezet worden. Nog even wat foto's maken van een fraai gezicht van de berg die zichtbaar is tussen het wolkendek en een wolk die van onderaf naar boven komt zetten. Gelukkig tref ik deel twee van de afdaling droog, nadat de eerste kilometers wel nat waren, en kan het tempo nog wat omhoog. Even is het opletten als de fiets begint te bokken als het wegdek onverwacht hobbelig wordt, maar al gauw is het weer stevig bijtrappen en campers en auto's inhalen om in het dal uit te komen. De deelnemers van de korte etappe zijn net aangekomen als ik ook opdraai bij de camping en samen nemen we wat te drinken in de kantine waarna ook Marcel met de bus aankomt zodat we in de huisjes kunnen en kunnen douchen.
De rest heeft er flink meer tijd voor nodig gehad en treft ook de tweede afdaling in de regen. Al bibberend komen ze binnen als ik, als 'chef-roeren', de soep voor ze kan inschenken. Daarna mag ook de risotto geroerd worden waarbij ik tussentijds telkens een regeltje verslag kan schrijven voordat ik gauw weer terug moet naar de pan. De camping waar van vandaag en morgen zitten ligt aan een mooie waterval die met alle water die recent gevallen is, wat groter van formaat is dan doorgaans. Ook is een hele mooie regenboog zichtbaar, waarbij de groen-blauw-paars kleuren in drievoud onder elkaar te zien zijn.
Op deze 'rustdag' staat een rondje rond het fjord gepland. Met een heerlijk zonnetje vertrekken we en mogen eerst langs de zonnige kant van het fjord. Op het gemak peddelend en heerlijk rondkijkend naar het natuurschoon om ons heen, vertrekken we met z'n zevenen. Onderweg krijgen we een verre blik op de Nigardsbreen gletsjer en daarna volgen wat keurig verlichte tunnels. De enige klim van de dag komt eraan en er moet toch nog even stevig op de pedalen getrapt worden om boven te komen. Ik heb me voorgenomen het rustig aan te doen, maar Jacob heeft andere plannen en speert er vandoor. Een lopende afdaling wordt gevolgd door wat haarspeldbochtjes om uit te komen bij het pontje van Solvorn naar Urnes. Hij vertrekt net als ik aankom, dus is er tijd voor een kop thee. De rest komt ondertussen ook aan en haalt wat koffie.
We raken aan de praat met een Nederlands echtpaar dat zes weken met de camper door Noorwegen trekt en ongeveer halverwege is. Zij hebben al wat van de wegen gereden die we de komende dagen voor de kiezen krijgen en weten ons te vertellen dat er nog heel wat moois te zien is. Het pontje is ondertussen alweer op de terugweg en niet veel later mogen we erop na eerst afgerekend te hebben. In Urnes gaan we nog even naar boven om de Stafkerk te zien en daarna is het langs het fjord terug naar Skjolden. De weg is hier 'Noors vlak', dus er zitten best nog wel stukken op en af in. Ook zeer donkere tunnels. Één is zelfs een dikke kilometer lang met bocht en zonder koplamp zie ik niets. Grofweg in het midden wordt het te donker om nog te zien waar ik heen moet, dus zet ik mezelf aan de kant van de weg (al voelend waar ik nog wel/niet kan staan). De anderen zitten kort achter mij en met hun koplampen gaat het een stuk beter.
De laatste paar kilometer heb ik het eigenlijk wel gezien voor vandaag; met het lijf in de ruststand, heb ik er niet bijster veel zin meer in. We gaan nog even een kop thee drinken en dan terug naar de camping.
Vandaag wordt de waterval bijgevuld. De verwachting lijkt aan te geven dat er vanaf 14u droger weer volgt, dus vertrekken we wat later dan normaal. Na het ontbijt is het wachten tot 11.30u. Verschillende renners zijn wat ongeduldiger en gaan er eerder op uit, maar ik zit stipt 11.30 op de fiets. Vanaf de camping is het meteen klimmen tot kilometer 28 bovenop de Sonjefjellet. De rustdag heeft zijn vruchten afgeworpen, want deze klim loopt heerlijk. Vol goede zin gaat het volle kracht vooruit en naar boven; de hartslag wil ook weer prima omhoog. Al gauw heb ik de eerste van de vroeger gestarten te pakken en na een korte groet op naar de volgende. Niet vergeten om zo af en toe een blik te werpen op de watervallen, bergtoppen en andere natuurschoon. Als Joost ook in beeld komt, begin ik me toch te bedenken dat misschien zelfs Ivo en Jacob nog te pakken kunnen zijn; zij zijn een half uur eerder vertrokken. Marcel komt voorbij en wringt zich in allerhande bochten om wat kiekjes te schieten. Dan zie ik de twee fietsen kort voor wat de eerste top lijkt te zijn. Helaas te ver vooruit om te kunnen pakken. Als ik boven kom zie ik dat dit niet de top is want er volgt een kort stukje naar beneden voordat het nog even stevig omhoog gaat. Met die rode lap voor me is het gaatje gauw gedicht en ook nog zodanig dat ze me niet op voorhand gezien hebben. Met een droog 'hallo' kom ik langszij en pak meteen een meter of 10. De fietscomputer zegt meteen 13% en het is nog even tandenknarsen om boven te komen, maar ik weet de counterattack af te slaan. Er volgt nog een stuk op en af voor de echte top, maar Marcel staat al eerder en laat de drone nog even op om een foto te maken. Langs de weg staat een Noorse toerist die me in de klim met de auto voorbij is gereden, die zegt: "Superb performance", dat steek ik graag in mijn zak. Bij de echte top tref ik nog een paar Nederlandse toeristen die wel even een fotootje willen maken. Ik rij nog even terug om Marcel, Ivo en Jacob te treffen. Die laatste twee komen me tegemoet gereden, maar Marcel is niet meer te zien; die blijkt alweer teruggereden.
De tweede reden om terug te rijden is dat ik teveel gefocust was op het halen van de top dat ik in dit schitterende plateau te weinig om me heen heb gekeken. Dat kan ik nu nog even goedmaken. Een mooie afdaling volgt. Als hij uitvlakt, kan het regenjackje weer uit, want na een stuk vals plat naar beneden volgt de topper van de dag: 13km aan 9.5% gemiddeld: de klim naar Juvasshytta met hele kilometers die niet onder de 12 procent komen en maxima tot 16%. Direct vanuit de start is het 2km 8% en daarna begint de ellende boven de 10%. Een gewurg van 1.5u volgt waarin ik meerdere doden sterf, menig vloek over de lippen laat gaan en zo nu en dan een oerkreet het dal in slinger. Menig duimpje gaat omhoog bij automobilisten die me tegemoet rijden; veelal langlaufers en skiërs die boven zijn geweest. Bovenop tref ik inderdaad een skipiste aan waarvan het onderste stuk te zien is, de rest zit in de wolken die net boven mijn hoofd hangen. Jacob en Ivo, die ik een zestal kilometers in de afdaling tegemoet kom, blijken in de wolken de top te hebben bereikt; zo snel verandert het weer hier. Na een reepje gegeten te hebben en m'n jasje aangetrokken, duik ik de afdaling in. Het is goed opletten met de vele bulten, kuilen en gaten in het asfalt, maar met de hellingspercentages die ik even terug nog moest klimmen, wil de fiets ook wel vooruit in de afdaling zeg. Ik durf hem wel te laten lopen, zelfs even tot boven de 80km/u, maar neem zo nu en dan toch maar wat snelheid terug om niet verrast te worden door slecht asfalt als er echt geremd moet worden voor de haarspeldbochten.
Heelhuids beneden ga ik aan bij het supermarktje dat ik aan de voet had gezien om even wat chocoladerepen te kopen ter aanvulling van de extra caloriën die ik in de klim heb moeten verstoken. Bij de koude omstandigheden (5 graden op de top) neemt klimmen toch wel een stuk extra energie dan ik in zuidelijker Europa gewend ben. Er volgt nog een stuk bijtrapafdaling waarna een zijweggetje nog een onverwacht stuk onverhard brengt om uit te komen in Lom / Fossbergom. Ik zoek even naar de bakker, maar kan hem niet vinden en besluit bij een ander tentje wat thee te drinken en een muffin te eten. De resterende 15km zijn alles behalve vlak en het éne pukkeltje dat erin zou moeten liggen blijken er nog een paar meer te zijn op een 'golvende' weg. De benen hebben het wel gehad vandaag, maar ik zwengel ze nog een laatste keer aan om nog een topje over te poefen en maak nog even wat gebruik van het zog van langsrijdende auto's om dan bij het hotelletje aan te komen. Het is al rond zessen; deze rit heeft duidelijk meer tijd genomen dan ik vooraf had ingeschat en zeker ook meer energie omdat ik die tweede klim toch wel wat onderschat heb. Uiteindelijk blijken slechts drie bikkels de extra klim te hebben gedaan en alle drie (mijzelf incluis) komen half dood aan.
Na gedoucht te hebben, de was gedaan en de fiets weer op orde gebracht te hebben is het tijd voor het eten. Het smaakt goed, maar het kost me wel moeite om het naar binnen te werken. Na het eten volgt nog het routepraatje en dan duik ik meteen mijn nest in.
De wind is vandaag onze grootste tegenstander. De eerste 100km lopen vals plat omhoog met de wind op de snoet. Vanuit het hotel mogen we eerst de pukkel weer op die we gisteren ook gehad hebben, maar nu van de andere kant. Het draait voor geen meter, maar dat blijkt ook het geval bij Ivo, Jacob en Eugene. De laatste haakt af in Lom en met z'n driën gaan we verder tot wat sleutelwerk de andere twee aan de kant zet. Ik hou meteen even een plaspauze, maar zie dat ze nog wel even bezig zijn en besluit alleen door te rijden. Een saai stuk over de grote weg volgt om uiteindelijk op kilometer 80 bij Hotel Grotli uit te komen, waar een kop thee, een warme wafel en een stuk rabarbertaart maar wat lekker smaken. Ook moet ik me mentaal nog even opladen voor de laatste 20 kilometer vals plat voordat de klim naar Dalsniba begint. Met goede zin vervolg ik mijn weg en dit laatste stuk wordt ook het uitzicht een heel stuk mooier. Vooral de laatste paar zijn schitterend met uitzicht op een mooie rotspartij met sneeuw en een meer.
Ook kondigt het de start aan van de enige klim van vandaag: Dalsnibba, slechts 5 kilometers, maar wel 9.5% gemiddeld. De ene haarspeldbocht volgt de ander op en zo slingert de weg zich hier naar boven. Het massatoerisme in Geiranger zorgt voor een drukte aan af-en-aan rijdende bussen, maar dat mag de pret niet drukken. Een stel Noren komt voorbij in de auto, naar buiten hangend en aanmoedigend met de duimen omhoog; dus nog maar een keertje opschakelen en doorknallen. Hijgend kom ik boven, maar o, wat voelt het lekker om zo een klim op te knallen. Bovenop word ik echter niet beloond met een uitzicht want het uitzichtspunt zit in de wolken. Naar beneden dan maar weer en nog even een fotootje nemen net onder het wolkendek. Helaas is dat niet richting het fjord van Geiranger, maar de andere kant op. Na weer terug te zijn bij de voet van Dalsnibba volgt de rest van de afdaling, maar wel eerst in de wolken. Net voor de weg naar beneden duikt passeert een bus mij nogal brutaal, maar achteraf gezien nog niet zo verkeerd, want met hooguit 50m zicht kan ik hem mooi even volgen over het bochtige gedeelte zonder dat ik teveel risico zou nemen. Dan komt er meer zicht en doe ik mijn jasje aan (achter de bus was het toch wel een stuk warmer) om daarna de achtervolging in te zetten en niet veel later de bus voorbij te knallen. Een lekkere afdaling volgt tot in Geiranger. Er liggen twee cruise schepen in het fjord, dus stikt het er van de bussen met toeristen waar ik me een weg tussendoor baan. Nog even over een smal onverhard weggetje om bij de camping te komen. Vannacht slaap ik in een slaapkamer van één van de oudste huizen van Geiranger.
Een droge maar frisse dag doet ons niet al te vroeg vertrekken voor deze relatief korte etappe vanuit Geiranger. Vanaf de camping is de eerste klim van de dag (Ørnevegen) mooi te zien met zijn haarspeldbochten. Ik begin rustig aan want er volgen nog kilometers 10%. Hij is maar 5km lang, maar een stevige opwarmer. Ik merk dat Jacob volgt, dus dan moet ik toch aan de bak. Ik hoor de ademhaling achter mij versnellen en niet veel later kraakt hij en moet lossen. Ik ga door naar de top en keer bovenop nog even om, richting bus om mijn armstukken te halen, want het is toch nog wel wat frisser dan gedacht. Bovenop spreek ik Jacob, Ivo en Eugene nog even voordat ik de afdaling in duik. Er volgt een lopende afdaling naar de veerboot van Eidsdal naar Linge. Na de overtocht is het eerst tijd voor een kop thee met een brownie in Valldal. De eigenaar van dit kleine cafeetje blijkt een marathonloper uit Zuid-Afrika. Hij blijkt vijf jaar geleden naar Noorwegen gekomen en geeft toe dat Noorwegen twee winters kent: een groene en een witte.
Na afscheid genomen te hebben, begint de klim naar Trollstigen. Van deze kant betekent dat 32km klimmen en voor de verandering mat het dit keer met de wind in de rug. In het begin nog vals plat, maar later volgen stukken van 4 en 5% om te eindigen met 2km aan 7%. Lekker op het gemak peddel ik door het dal en kijk weer mijn ogen uit. Bovenop tref ik Huub en is er gelegenheid voor een fotomomentje voordat we de afdaling in duiken. Het is me te druk bij het uitzichtspunt, dus ik ga (na een korte, onvoldane, tussenstop bij de souvenirswinkel) door de afdaling in. Deze kant is een stuk steiler en kent vele haarspeldbochten. Ik slinger vlot langs de vele campers en groepjes auto's en vind onderaan de afdaling nog een andere souvenirswinkel waar ik wel weet te slagen en koop een trolletje voor m'n moeder. Nog een klein stukje verder met een korte verrassing van 6% omhoog en een paar kilometers min of meer vlak is de camping bereikt en kan er gedoucht worden.
De laatste etappe alweer. Een rit van 135 kilometer met de wind in de snoet, startend met de mooie klim Trollstigen. We starten als de bekende groep van vier en nadat Eugene eraf moet, rijden Jacob, Ivo en ik in een treintje naar boven. Ik ben wat verkouden wakker geworden na een slechte nacht slapen, en besluit niet te gek te doen en pak een mooi regelmatig tempo op ongeveer 85% van mijn kunnen. De weg slingert hier mooi naar boven en de haarspeldbochten bieden mooie afwisseling. Deze klim is heel constant met 8%, maar wel 15km lang. Kort voor de top neemt Ivo plots over en dus ben ik op mijn hoede. Als hij versnelt kort voor het uitzichtpunt, is het tijd voor mij om nog een flinke versnelling te plaatsen. In mijn herinnering was het niet zo ver meer naar de top vanaf hier, dus ik schakel naar het middenblad en ga staan op de pedalen. Het blijkt nog een flink stuk verder dan ik dacht, dus moet ik weer gaan zitten en terugschakelen, maar de versnelling was reeds genoeg om de anderen te lossen. Bovenop staat een koude wind en na gauw de armstukken en jasje aangedaan te hebben, verzamelen we en besluiten we met z'n driëndoor te rijden het dal in. Na een korte afdaling volgt het lange stuk vals plat, dit keer naar beneden, dat we nog kennen van gisteren (toen in de klim). Kop over kop rijden we met z'n driën en dat scheelt behoorlijk in de benodigde inspanning. Kort voor het einde van het vals plat, rijden we Huub voorbij. Bij de bakker op de hoek aan het water eten we wat lekkers met een kop thee/koffie waarna de rest ook arriveert. Huub gaat vast, de rest vertrekt als groep. Na een stoplicht ivm werkzaamheden haak ik even aan bij een camper en op diens bumper knal ik met 50km/u een klein klimmetje op. Daar moeten we maar even een Strava segmentje van maken :).
Door een drietal tunnels moet flink geklommen worden, maar dan mag er weer gedaald worden naar de eerste pont van de dag. Na een kwartiertje wachten mogen we aan boord en varen we naar de overkant, waar de derde klim van de dag ligt. Zonder naam, maar hij blijkt toch stevig te zijn met 8 a 9 procent tot een hoogte van een dikke 500 meter. Jacob en Ivo hebben nog goede zin, maar een pees bij mijn linker scheenbeen doet zeer en dus doe ik het rustiger aan. De pijn lijkt wat toe te nemen, dus dat wordt nog wel even afzien om bij de finish te komen. Na de klim volgt weer een afdaling richting de tweede pont van de dag en nadat ook die overtocht voltooid is, volgen nog een vijfentwintigtal kilometers naar Ålesund. Het verkeer wordt een stuk stadser en over een vrij drukke weg die licht op en af gaat is het niet echt fijn rijden. Zeker niet met mijn zere poot, maar vooruit, het einde is in zicht. Niet al te veel later kom ik ongeveer gelijktijdig met Huub aan bij het hotel waar we kunnen inchecken en de fietsen kwijt kunnen. Als we ons net in de lobby op een luxe stoel hebben genesteld, komt Marcel al met de bus en bagage en kunnen we lekker douchen. Ook arriveert de tweede groep en na een serie high-fives kunnen we het fietswerk van deze vakantie als voltooid beschouwen.
Dag 16: 29-06-19 : terugreis
Na een dagje luieren en wat rondslenteren in Ålesund volgt de vliegreis naar Schiphol om daarna met de trein verder te reizen naar Eindhoven en ten slotte de bus naar Leende. Alles loopt voorspoedig en ondanks dat de vakantie in alle opzichten geweldig was, voelt het toch ook weer fijn om thuis te komen. De volgende ochtend komen Marcel en Karin al met de bus voorgereden om mijn fiets en bagage terug te brengen.
Nog geen week thuis (4 juli) en het bericht
"Norge ramt af rekordkulde og vintervejr" bereikt ons. Veel bergpassen waaronder de Sognefjellet, waar we 9 dagen geleden nog overheen gekomen zijn, is afgesloten vanwege ijzige kou en sneeuw!
Terugblik
In totaal heb ik in 15 dagen 1810km gereden en daarin 24121 hoogtemeters overbrugd. De keuze om eens een geheel ander gebied aan te doen, in de vorm van Noorwegen, was een gouden greep; Noorwegen is een geweldig mooi land. Afgezien van drie wat slechtere dagen, hebben we het prima getroffen met het weer en vele schitterende uitzichten gehad. De sfeer in de groep was goed en begeleiding uit de kunst.